Floracollege

Doorstroom naar een volgend leerjaar

Het Floracollege hanteert overgangsnormen. Hierdoor worden leerlingen die minder goede resultaten behalen uitvoeriger besproken in de rapportvergaderingen en wordt sneller bepaald of het voor een leerling beter is wanneer hij of zij extra begeleiding nodig heeft. In uitzonderlijke gevallen wordt besloten dat het voor een leerling beter is wanneer hij of zij het gehele schooljaar over doet (doubleren).

Algemeen

  • Er wordt becijferd met 1 decimaal.
  • Rapportcijfers komen tot stand door middel van een voortschrijdend gemiddelde, waarbij alle behaalde cijfers gedurende het jaar meetellen.
  • Rapportcijfers van 4,5 tot en met 5,4 tellen als één tekort.
  • Rapportcijfers van 3,5 tot en met 4,4 tellen als twéé tekorten.
  • Een gemiddeld rapportcijfer onder 3,5 betekent in alle gevallen dat de leerling in de docentenvergadering besproken wordt.
  • Doubleren is alleen aan de orde wanneer de docentenvergadering besluit dat dit de ontwikkeling van de leerling ten goede komt.
  • In bijzondere gevallen kan een docentenvergadering/teamleider beargumenteerd afwijken van de gestelde normen.

 

Nederlands en rekenen

De landelijke richtlijnen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden hierbij gehanteerd.   

 

Bespreekmarge

  • Bij meer dan 2 tekorten in de A-vakken.
  • Gemiddelde van alle cijfers is lager dan 5.5.
  • Nederlands en/of rekenen is lager dan een 5.

Examenvakken in de onderbouw:
Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, Rekenen, Mens & Maatschappij (M&M), Mens & Natuur (M&N)
Niet-examenvakken in de onderbouw:
Lichamelijke opvoeding (LO), kunstvakken (KV1), praktische sector oriëntatie (PSO), workshops.

NB: Bij de leerlingen in de sportklassen telt LO mee voor de overgang van 1 naar 2 en van 2 naar 3, ditzelfde geldt voor KV1 bij leerlingen in de kunstklassen.

Examenvakken in de bovenbouw leer-werktraject (LWT):
Nederlands, loopbaan en burgerschap (lbb)
Niet-examenvakken in de bovenbouw LWT:
Géén.

Examenvakken in de bovenbouw basisberoepsgerichte leerweg (BBL):
Nederlands, Engels, wiskunde, Rekenen, profielvak groen, biologie* of natuur-, en scheikunde* (NaSK)
Niet-examenvakken in de bovenbouw BBL:
LO, cultureel kunstzinnige vorming (CKV), maatschappijleer.

Examenvakken in de bovenbouw kaderberoepsgerichte leerweg (KBL):
Nederlands, Engels, wiskunde, Rekenen, profielvak groen, biologie* of NaSK*
Niet-examenvakken in de bovenbouw KBL:
LO, CKV, maatschappijleer.

Examenvakken in de bovenbouw gemengde leerweg (GL):
Nederlands, Engels, wiskunde, Rekenen, profielvak groen, biologie* en/of NaSK*, Duits* of economie*, lichamelijke opvoeding 2* (LO2) of beeldende vorming* (BV)
Niet-examenvakken in de bovenbouw GL:
LO, CKV, maatschappijleer.

Examenvakken in de bovenbouw theoretische leerweg (TL):
Nederlands, Engels, wiskunde, Rekenen, profielvak groen, biologie* en/of NaSK*, Duits* of economie*, LO2* of BV*
Niet-examenvakken in de bovenbouw GL:
LO, CKV, maatschappijleer.

* afhankelijk van de keuze van de leerling.

Leerwegplaatsing

De leerling start het 3e leerjaar in de leerstroom waarvan hij of zij geacht wordt het diploma te kunnen halen. De leerlingen worden in het 1e en het 2e leerjaar geplaatst in zogenaamde ‘dakplan-klassen’, waarbij het streven is te komen tot een leerwegplaatsing die het meest recht doet aan de leerling

Beroepsprocedure ten aanzien van het leerwegadvies en bevorderen volgend leerjaar

Op het moment dat het leerwegadvies gegeven wordt treedt het volgende stroomschema in werking:

  • De leerwegplaatsing wordt door de mentor besproken met ouders.
  • Ouders accepteren het leerwegadvies: de leerling wordt in de betreffende leerweg geplaatst.

òf

  • Ouders accepteren het leerwegadvies niet: Ouders worden door de mentor en de LWC uitgenodigd voor een vervolggesprek. Van dit gesprek wordt door de LWC een verslag gemaakt dat verzonden wordt naar ouders.

Indien ouders de leerwegplaatsing niet accepteren kunnen zij schriftelijk bezwaar indienen bij de teamleider. De teamleider pleegt hoor en wederhoor en bespreekt het ingediende bezwaar met de beroepscommissie (directeur en orthopedagoog I&O). Binnen 10 werkdagen na het ingediende bezwaar doet de beroepscommissie een bindende uitspraak over het leerwegadvies.

BBL

  • IQ 75 – 85
  • CITO geeft 39 punten of minder op KBL-niveau

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Laag leer- werktempo
  • Past opgedane kennis en inzicht toe in een bekende context
  • Heeft veel toezicht en sturing nodig
  • Kan informatie vinden na duidelijke instructie
  • Deel basisstof onderbouw voldoende
  • Instructies kunnen opvolgen
  • Zelfstandig een opdracht kunnen verwerken

KBL

  • IQ 85 – 95
  • CITO geeft 40 punten of meer op KBL-niveau i.i.g. voor Nederlands leesvaardigheid, Engels leesvaardigheid en wiskunde
  • Rapportcijfer moet gemiddeld een 6,8 zijn voor de zaakvakken; indien een leerling in de kunst- of sportklas zit, tellen die vakken ook mee
  • Ten hoogste één vijf in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft soms hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Gemiddeld leer-werktempo
  • Past opgedane kennis en inzicht toe in een bekende en vergelijkbare context. Kan met enige hulp het geleerde ook in een nieuwe situatie toepassen
  • Kan zelfstandig leren
  • Kan op een goede manier informatie opzoeken en ordenen
  • Kunnen samenwerken

GL/TL

  • IQ 95 of hoger
  • CITO geeft 40 punten of meer op GL-niveau i.i.g. voor Nederlands leesvaardigheid, Engels leesvaardigheid en wiskunde
  • Rapportcijfer moet gemiddeld een 6,8 zijn voor de zaakvakken; indien een leerling in de kunst- of sportklas zit, tellen die vakken ook mee
  • Ten hoogste één vijf in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft geen hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Past opgedane kennis en inzicht zelfstandig toe in een nieuwe, onbekende context
  • Hoog leer-werktempo
  • Heeft minder sturing nodig en werkt ook door als docent er niet is.
  • Kan zelf gegevens opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen
  • Resultaat van werken moet ruim voldoende tot goed zijn
  • Verantwoordelijk voor werk
  • Kunnen samenwerken
  • Kunnen organiseren

Ten aanzien van rapportgesprekken en bevordering volgend leerjaar

De communicatie met ouders is van cruciaal belang richting het besluit om een leerling te bevorderen of te laten doubleren. Door goed te communiceren en dit vast te leggen ontstaat er een duidelijk beeld bij ouders hoe het besluit van de docentenvergadering tot stand is gekomen door de jaren heen. Tijdens de rapportgesprekken met de ouders worden de volgende thema’s besproken:

  • Uitslag CITO-VAS-toets en de uitleg daarbij.
  • Rapport in relatie tot overgangsnormen en ‘leerlingprofielen leerweg’.
  • Huiswerk-attitude.
  • Werktempo en zelfstandigheid.
  • Vermogen tot samenwerken.
  • Zelfsturing.

Ten aanzien van het leerwegadvies

De plaatsing in een leerweg vindt plaats op basis van het besluit van de docentenvergadering aan de hand van het leerlingprofiel. Dit is een bindend besluit.

Ten aanzien van het leerwegadvies wordt aan het einde van leerjaar 1 een voorlopig advies gegeven aan de ouders. Tijdens het 2e  rapportgesprek in het 2e leerjaar wordt er een advies ‘voorlopige plaatsing’ gegeven en in het rapportgesprek in juni/juli wordt de ‘definitieve plaatsing’ besproken.